Specialist in mondgezondheid
Tandarts de Leng

Mondslijmvlies

Synoniemen: slijmvlies


« Terug naar het overzicht

Welke problemen met de mondgezondheid kunnen op latere leeftijd ontstaan?

Ontstoken tandvlees
Nogal wat mensen krijgen op latere leeftijd ernstige tandvleesproblemen.
Iedere keer als u iets eet of drinkt, vormt zich een doorzichtig, zacht en kleverig laagje op uw tandvlees, tanden en kiezen: (tand)plak. Als u de tandplak die langs de rand van het tandvlees en tussen de tanden en kiezen zit niet verwijdert, veroorzaken de bacteriën in de plak ontstoken tandvlees. Niet verwijderde plak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich weer gemakkelijk nieuwe plak. De tandvleesontsteking kan daardoor verergeren. Rood, gezwollen en bloedend tandvlees zijn de kenmerken van ontstoken tandvlees.

Wortelcariës
Op latere leeftijd kunnen aan de tandwortel gaatjes ontstaan: de zogeheten wortelcariës. Het tandvlees trekt zich terug, waardoor de tandwortel gedeeltelijk bloot komt te liggen. Op deze plaats ontbreekt het beschermende glazuurlaagje. Tanden en kiezen zijn hier extra kwetsbaar voor gaatjes. Door het terugtrekkende tandvlees wordt de ruimte tussen tanden en kiezen bovendien groter, en juist daar hoopt tandplak zich gemakkelijk op. Tandplak veroorzaakt gaatjes, vooral op de blootliggende wortels van de tanden en kiezen.

Droge mond
Een droge mond wordt veroorzaakt door een tekort aan speeksel. Speeksel vergemakkelijkt spreken, kauwen en slikken. De bevochtiging met speeksel vereenvoudigt bovendien de bewegingen van wangen, tong en lippen. Ook heeft speeksel een reinigende werking op de tanden, de kiezen en het mondslijmvlies. Door onvoldoende speeksel vormt zich sneller dan normaal tandplak. 
Sommige medicijnen hebben als bijwerking dat de speekselklieren worden geremd in de afgifte van speeksel. Dat geldt met name voor medicijnen tegen hoge bloeddruk, slaapmiddelen en antidepressiva. Ook te weinig drinken kan een van de oorzaken van een droge mond zijn. Daarnaast kan een droge mond optreden bij uitdroging door koorts of diarree.

Regelmatig schoonmaken van de overkappingsprothese

Als u uw overkappingsprothese uit mag doen, moet u deze en vooral de wortels na elke maaltijd en voor het slapengaan goed reinigen. Op het kunstgebit, maar ook eronder, op de wortels en het slijmvlies waarop uw gebit rust blijven gemakkelijk voedselresten en tandplak achter. Als u deze niet verwijdert, ontstaan gaatjes in de wortels en gaat het tandvlees rondom de wortels ontsteken. Daardoor kunnen ze pijn veroorzaken, los gaan staan en zelfs verloren gaan.

De overkappingsprothese
Etensresten en tandplak aan de binnen- en buitenzijde van de overkappingsprothese kunt u het beste verwijderen met behulp van een speciale protheseborstel. Gebruik géén tandpasta of prothesereinigingsmiddel, maar water en zeep. Tandpasta kan te veel schuren. Een schoon kunstgebit voelt altijd glad aan. Laat uw kunstgebit tijdens het schoonmaken niet uit uw handen glippen. Het zal kapot gaan. Vul voor de zekerheid eerst de wasbak met water of leg er een handdoek in en maak uw kunstgebit daarboven schoon.

U kunt overwegen uw kunstgebit een paar keer per week een nachtje in een zwak werkend prothesereinigingsmiddel (bijvoorbeeld van ®Ecosym) te leggen. Hiermee voorkomt u verkleuring, ontstaan door b.v. thee of rode wijn, én de vorming van tandsteen op uw kunstgebit. Borstel uw kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik geen agressieve prothesereinigingsmiddelen en zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Maak ook de wortels en uw mond schoon
Spoel in het begin, als de wonden nog niet helemaal zijn genezen, uw mond na elke maaltijd met een beetje lauw water. Poets daarna minstens twee keer per dag de wortels en het slijmvlies van de kaken met een zachte tandenborstel. U kunt het beste gewone fluoridetandpasta gebruiken.

De plaatprothese

De plaatprothese is gemaakt van een roze, tandvleeskleurige kunsthars. Daarin zijn de kunsttanden en -kiezen verankerd. De prothese rust in zijn geheel op het slijmvlies van de mond en zit eventueel met haakjes vast aan de overgebleven tanden of kiezen.

Reinigen van een plaat- of frameprothese

Net als uw eigen tanden en kiezen dient u ook uw plaat- of frameprothese goed schoon te houden. Als u deze niet regelmatig schoonmaakt, blijven er voedselresten en tandplak achter, zowel óp uw prothese als ónder uw prothese. Als u die niet verwijdert, kan uw tandvlees op den duur gaan ontsteken. Reinig uw prothese daarom zorgvuldig na iedere maaltijd. Gebruik een speciale protheseborstel en water en zeep om etensresten en tandplak goed te verwijderen. Gebruik géén tandpasta. Die kan te veel schuren.

Uw prothese maakt u niet schoon met een prothesereinigingsmiddel; dat doet u, zoals eerder gezegd, met een protheseborstel en water en zeep. U kunt wél overwegen uw prothese een paar keer per week een nachtje in een zwak werkend prothesereinigingsmiddel te leggen. Hiermee voorkomt u verkleuring, ontstaan door bijvoorbeeld thee of rode wijn, én de vorming van tandsteen op uw prothese. Borstel uw prothese daarna goed en spoel het af met water. Leg uw prothese nooit in heet water en gebruik geen agressieve prothesereinigingsmiddelen en zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Uiteraard moet u ook uw eigen gebit zorgvuldig poetsen, anders verliest u misschien nog meer gebitselementen. Gebruik hiervoor een gewone zachte tandenborstel en poetst met fluoridetandpasta, dat versterkt uw gebit. Let vooral op de tanden en kiezen waarop uw prothese steunt of waar uw prothese tegenaan ligt.

Reinig uw kunstgebit dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel uw behandelaar of mondhygiënist om advies. Leg uw kunstgebit sowieso één keer per week een nachtje in een reinigingsmiddel. Hiermee voorkomt u de vorming van tandsteen op uw kunstgebit. Borstel uw kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Waarom is speeksel zo belangrijk?

Speeksel heeft een smerende werking wanneer u spreekt, kauwt en slikt. Met behulp van speeksel kunt u makkelijker bewegen met uw wangen, tong en lippen. Met uw speeksel bevochtigt u voedsel zodanig dat u het pijnloos kunt doorslikken. Ook bevochtigt speeksel het mondslijmvlies, waarmee uitdroging wordt voorkomen. Bovendien heeft het een reinigende werking op tanden, kiezen en het mondslijmvlies. Daarnaast remt speeksel de werking en de groei van bacteriën en schimmels in de mond, waardoor mondinfectie wordt voorkomen.

Wat zijn de gevolgen van een droge mond voor het mondslijmvlies?

Slijmvliezen raken makkelijk geïrriteerd als de beschermende speeksellaag ontbreekt. Die irritaties ontstaan bijvoorbeeld door het kunstgebit, of door het eten van zuur of gekruid voedsel of het drinken van alcohol. Er kunnen dan pijnlijke plekken ontstaan op uw tong, wang, gehemelte of tandvlees. Ook ontstekingen, vooral schimmelinfecties, kunnen makkelijk ontstaan.

Hoe zijn de gevolgen van een droge mond te bestrijden?

De gevolgen van een droge mond kunt u, afhankelijk van de oorzaak, op verschillende manieren bestrijden. Overleg met uw tandarts welke behandeling voor u het meest geschikt is. Monddroogheid is te bestrijden door:

Het stimuleren van de speekselafgifte
Uw speekselklieren kunnen tijdelijk niet goed werken of uw speekselafgifte kan geremd zijn door het gebruik van medicijnen. In beide gevallen kunt u de speekselproductie stimuleren. Eet bijvoorbeeld voedsel waarop u goed moet kauwen. Denk aan stevige bruine boterhammen, wortels of suikervrije kauwgom. De afgifte van speeksel kunt u ook versterken door het eten van licht zuur voedsel, zoals fruit of komkommer. Dit werkt vaak niet of onvoldoende bij mensen die reeds langer lijden aan het syndroom van Sjögren of die in het hoofd of de hals zijn bestraald.

Verandering van medicijnen
Is medicijngebruik de oorzaak van uw droge mond? Dan kan uw huisarts of specialist de soort medicijnen, de dosering of het tijdstip van toediening misschien aanpassen.

Het gebruik van speekselvervangers
Het is niet mogelijk de speekselproductie te stimuleren wanneer uw speekselklieren niet meer werken. Als ze nog maar een beetje functioneren, kunt u ze onvoldoende stimuleren. Dan kunt u met behulp van zogenoemde speekselvervangers de gevolgen van een droge mond beperken. Dit zijn speciale vloeistoffen in de vorm van een bevochtigingsgel (Biotène Oral Balance) of een verstuiver (Glandosane, Xialine). Een bevochtigingsgel brengt u op de slijmvliezen aan. Met behulp van een verstuiver kunt u de mondholte met die vloeistof bevochtigen. Het lichtzure Glandosane is voor iemand met eigen tanden en kiezen niet aan te bevelen voor frequent gebruik. Een gel wordt vooral ’s nachts prettig gevonden, een spray is vooral overdag aangenaam. Welk middel u het prettigst vindt, moet u zelf ondervinden. Een mondgel is bij de drogist of apotheek te koop. Een speekselvervanger kan de tandarts voorschrijven en is bij de apotheek verkrijgbaar. Overleg in ieder geval met uw tandarts en begin niet op eigen initiatief aan een middel, ook al is dit bij de drogist of apotheek verkrijgbaar.

De frameprothese

De frameprothese heeft een basis van metaal. Op het metaal is een roze, tandvleeskleurige kunsthars aangebracht. Daarin zitten de kunsttanden en -kiezen vast. In tegenstelling tot de plaatprothese rust de frameprothese vooral op de overgebleven tanden of kiezen en soms voor een deel op het slijmvlies van de mond. Met metalen ankers die op de tanden of kiezen steunen en met hun ankerarmen er omheen klemmen, is de frameprothese op de tanden en/of kiezen bevestigd. De ankerarmen zijn vaak wel enigszins zichtbaar.

Verschillen tussen de plaat- en frameprothese

Een plaatprothese is goedkoper dan een frameprothese, maar kent dan ook nadelen. De plaatprothese steunt in zijn geheel op uw tandvlees en dat kan gemakkelijk tot tandvleesproblemen leiden omdat uw tandvlees de krachten, veroorzaakt door het kauwen of knarsen, moet opvangen. Ook blijft er gemakkelijk voedsel onder de plaatprothese zitten. Dat leidt snel tot ontstekingen van het tandvlees.

Een frameprothese steunt voor een groot deel op uw overgebleven tanden en kiezen en in mindere mate op het tandvlees. Daardoor vangen uw eigen gebit de kauwkrachten op en wordt het tandvlees meer ontzien dan bij een plaatprothese.

Welke voor u het meest geschikt is, verschilt per persoon. De keuze maakt u in overleg met uw behandelaar. Soms voert de tandarts de gehele behandeling uit; soms behandelt de tandarts uw eigen gebit en maakt een tandprotheticus de partiële gebitsprothese.

Regelmatig schoonmaken van het kunstgebit

Het kunstgebit
Uw kunstgebit is nu nog nieuw en mooi. Dat wilt u natuurlijk graag zo houden. Daarom moet u, net als bij eigen tanden en kiezen, uw kunstgebit verzorgen. Als u het niet regelmatig schoonmaakt, blijven er voedselresten achter. Zowel op uw kunstgebit als eronder. Als u die niet verwijdert, kan uw tandvlees op den duur gaan ontsteken. Reinig uw gebit daarom zorgvuldig na iedere maaltijd. Gebruik een speciale protheseborstel, bijvoorbeeld van Lactona of Oral-B, en water om etensresten goed te verwijderen. Gebruik géén tandpasta. Die kan te veel schuren. Een schoon kunstgebit voelt altijd glad aan. Laat uw gladde gebit tijdens het reinigen niet uit uw handen glippen. Het zal kapot gaan. Vul voor de zekerheid eerst de wasbak met water en reinig uw gebit daarboven.

Reinig uw kunstgebit dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel uw behandelaar of mondhygiënist om advies. Leg uw kunstgebit sowieso één keer per week een nachtje in een reinigingsmiddel. Hiermee voorkomt u de vorming van tandsteen op uw kunstgebit. Borstel uw kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Maak ook uw mond schoon
Houd behalve uw kunstgebit ook uw mond schoon. Spoel in het begin, als de wonden nog niet helemaal zijn genezen uw mond na elke maaltijd met een beetje lauw water. Daarna kunt u uw tandvlees beter met een zachte tandenborstel poetsen. Gebruik daarvoor gewone fluoridetandpasta. Masseer met een zachte tandenborstel minstens één keer per dag het slijmvlies waarop uw kunstgebit rust: uw kaken en de overgang van de kaak naar de wangen. Poets ook uw gehemelte, want ook daar kunnen voedselresten zitten.

Slapen met of zonder kunstgebit
Uw kaken hebben een tijdje nodig om aan het kunstgebit te wennen. Laat uw kunstgebit de eerste week dan ook ’s nachts in uw mond. Daarna is het juist beter om het voor het slapengaan wel uit te doen. Op die manier geeft u ook uw kaken rust. Vindt u het vervelend om met een lege mond te slapen? Doe dan alleen het ondergebit uit. Wilt u toch uw hele kunstgebit dag en nacht dragen? Laat uw mond en kunstgebit dan minimaal één keer per jaar door uw tandarts controleren.
Heeft u het kunstgebit niet in uw mond? Bewaar het dan in een glas water. Ververs het water iedere dag. Uw kunstgebit kunt u ook in een glas gevuld met een reinigingsmiddel bewaren. Spoel uw kunstgebit altijd goed af met water voordat u het weer in uw mond plaatst.

Bleekmethoden

Bleken van buitenaf bij gezonde tanden

Thuisbleken onder begeleiding van de tandarts of mondhygiënist
Betreft de verkleuring aanslag dan is zoals bovenstaand beschreven bleken niet de oplossing. Vraag uw mondzorgprofessional uw tanden te reinigen. Is de verkleuring in het tandoppervlak of vind je de kleur van de tand te donker, dan kun je van buitenaf bleken. Dat gebeurt met behulp van een bleeklepel. Eerst maakt de tandarts of mondhygiënist een afdruk van je gebit. Hiermee maakt de tandtechnicus in het tandtechnisch laboratorium een bleeklepel van een zachte transparante kunststof, die precies over je gebit past en ruimte laat voor de bleekgel. Een goed passende bleeklepel is belangrijk, om irritatie van het tandvlees te voorkomen. De bleeklepel is de mal waarmee je de blekende gel op de tanden aanbrengt. De gel bevat 3 tot maximaal 6% waterstofperoxide. Na een goede instructie hoe je de gel moet aanbrengen en wanneer je de bleeklepel moet dragen, krijg je de bleeklepel en enkele spuitjes bleekgel mee naar huis. Daarom wordt deze methode ook wel ‘thuisbleken’ genoemd. De tandarts geeft aan hoe lang je de bleeklepel met de gel (meestal ‘s nachts) moet dragen voor het gewenste resultaat. Afhankelijk van de verkleuring zie je na enkele dagen of weken effect. Uiteindelijk duurt de behandeling twee tot drie weken. Tijdens het bleken kunnen je tanden en tandvlees tijdelijk gevoelig worden. Raadpleeg je tandarts of mondhygiënist als deze klacht optreedt en vraag om een aangepaste instructie.

Bleken van binnenuit bij ‘dode’ tanden

Eerst maakt de tandarts een opening aan de achterkant van de tand. Hierin brengt hij een papje of gel aan met het blekend middel. Deze producten hebben enkele dagen een blekende werking. Afhankelijk van het behaalde resultaat herhaalt de tandarts de behandeling één of meerdere keren. Uiteindelijk sluit hij de tand af met een definitieve vulling.

Versnelde bleekbehandelingen
Sommige mondzorgpraktijken en bleekwinkels bieden een versnelde bleekbehandeling aan. Soms gebruiken ze een lamp om de gel te verwarmen en zo het proces te versnellen. Het is niet duidelijk of dit daadwerkelijk een beter resultaat geeft. Omdat in de praktijk geen sterkere bleekmiddelen gebruikt mogen worden dan voor thuisbleken, is het onmogelijk in één keer hetzelfde resultaat te behalen als met de thuisbleekmethode. Ook wordt met alternatieve bleekmaterialen geëxperimenteerd. Onderzoek over de resultaten met deze nieuwe materialen is nog niet beschikbaar.

Tijdelijke, langdurige of blijvende monddroogheid?

Iedereen heeft tijdelijk wel eens last van een droge mond, bijvoorbeeld na langdurig spreken of bij stress. Maar je kunt er ook langdurig last van hebben. Of de klacht kan blijvend zijn. Langdurige of blijvende monddroogheid kan slecht zijn voor uw gebit en mondslijmvlies.

Reinigen van uw kunstgebit

Uw kunstgebit is nu nog nieuw en mooi. Dat wilt u natuurlijk graag zo houden. Daarom moet u, net als bij eigen tanden en kiezen, uw kunstgebit verzorgen. Als u het niet regelmatig schoonmaakt, blijven er voedselresten en tandplak achter. Zowel op uw kunstgebit als eronder. Als u die niet verwijdert, kan uw tandvlees op den duur gaan ontsteken. Reinig uw kunstgebit daarom zorgvuldig na iedere maaltijd. Gebruik een speciale protheseborstel en water en zeep om etensresten en tandplak goed te verwijderen. Gebruik géén tandpasta. Die kan te veel schuren. Een schoon kunstgebit voelt altijd glad aan. Laat het kunstgebit tijdens het schoon maken niet uit uw handen glippen. Het zal kapot gaan. Vul voor de zekerheid eerst de wasbak met water of leg er een handdoek in en reinig uw kunstgebit daarboven.

Uw kunstgebit maakt u niet schoon met een prothesereinigingsmiddel; dat doet u, zoals eerder gezegd, met een protheseborstel en water en zeep. U kunt wél overwegen uw kunstgebit een paar keer per week een nachtje in een zwak werkend prothesereinigingsmiddel (bijvoorbeeld van ®Ecosym) te leggen. Hiermee voorkomt u verkleuring, ontstaan door bijvoorbeeld thee of rode wijn, én de vorming van tandsteen op uw kunstgebit. Borstel uw kunstgebit daarna goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik geen agressieve prothesereinigingsmiddelen en zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Maak ook uw mond schoon
Reinig niet alleen uw kunstgebit, maar ook het slijmvlies waarop uw kunstgebit rust: uw kaken, gehemelte en de overgang van de kaak naar de wangen. Anders kunnen vervelende ontstekingen ontstaan. En ook nu geldt: voorkómen is beter dan genezen. Masseer het slijmvlies minstens één keer per dag met een zachte tandenborstel en besteed extra aandacht aan uw gehemelte. Gebruik een gewone tandpasta om uw mond te reinigen.
 
Doe uw kunstgebit ’s nachts uit

Wanneer u gaat slapen, moeten ook uw kaken rust krijgen. Doe daarom uw kunstgebit uit als u naar bed gaat en maak uw prothese schoon. Dat voorkomt ontsteking van het slijmvlies op de kaken. Vindt u het vervelend om met een lege mond te slapen? Doe dan alleen uw ondergebit uit. Wilt u toch uw hele kunstgebit dag en nacht dragen? Maak de prothese dan dagelijks extra goed schoon.

Heeft u het kunstgebit niet in uw mond? Maak het dan goed schoon en bewaar droog in een afgesloten bakje of nat in een glas water. Ververs het water wél iedere dag! Eventueel kunt u een zwak werkend reinigingsmiddel toevoegen. Spoel het kunstgebit altijd goed af met water voordat u het weer in uw mond plaatst.


« Terug naar het overzicht